De jongens uit de buurt hadden lekker gevoetbald op het trapveldje en waren zojuist begonnen elkaar te beschieten met rubberen pijltjes uit hun speelgoedpistooltjes. In het skatepark was het altijd leuk, want daar kun je je goed verstoppen achter allerlei obstakels. Het was rustig ondanks het mooie herfstweer. Er waren verder alleen wat ouders met jongere kinderen. Eén papa zat een appel te eten met zijn zoontje. Op de betonnen rand naast het skatepark, dus daar hadden ze ook niet veel last van.
De eerst ‘shots to the head’ waren al afgeleverd toen de papa met de appel zo nodig even op het skateboard van zijn zoontje moest gaan staan. Irritant… kwestie van tijd natuurlijk voordat hij op zijn bek zou gaan. Moest hij het zelf maar weten als hij een rubberen pijltje in zijn oog kreeg. Je moet op een gegeven moment ook weten dat je ergens te oud voor bent. De rest van het skatepark keek geïnteresseerd toe. Vergelijkbaar met hoe ze gekeken zouden hebben als iemand een ballon net iets te groot heeft opgeblazen en nog eens diep ademhaalt voor de laatste luchtstoot. Zijn zoontje niet, die keek gelaten, vanaf zijn tweedehands skateboard met nieuwe lagers.
Maar hé, deze papa was nog niet gevallen. Hij had zelfs een heel rondje om het skatepark weten te maken. Die heeft geluk. Valt hij straks natuurlijk drie keer zo hard, omdat hij denkt dat hij het kan. O kijk, nu rijdt hij de ramp op. Oooo dat gaat pijn doen! …? Nog niet gevallen… en nu rijd hij op alleen zijn achterwielen de hele lengte van het skatepark uit… en dat heet toch een ollie?… en hoe heet dat trucje eigenlijk?
De jongentjes kwamen naar me toe: “Meneer, u kunt goed skaten!?”
“Bedankt jongens, als je volgende keer ook je skateboard meeneemt leer ik je een ollie.”
Ging helemaal niet slecht voor de eerste keer in 17 jaar 🙂